(een artikel van onbekende afkomst maar o zo juist)
Scheppingsdrang, vernieuwingsdrift, eerzucht, het verlangen om uit te blinken…. Gaat het te ver om te stellen dat alle grote prestaties voortkomen uit een zekere mate van ijdelheid? Actief egoisme als verzet tegen de eigen sterfelijkheid en nietigheid? Een kind verwekken, een veldslag winnen, een standbeeld verdienen. Of op bescheidener schaal: hoe strelend is het niet je eigen beeltenis in het vakblad tegen te komen (zie mijn blog)?
Maar narcisme leidt makkelijk tot oppervlakkigheid, verstarring en verminderde waakzaamheid. Een te positief zelfbeeld is voor de buitenwereld onverdragelijk en wordt de bezitter vroeg of laat fataal.
De wet van de remmende voorsprong verklaart hoe een koploper kan worden voorbijgestreeft door een achterblijver. Het zelfgenoegzame protectionisme van het eiland Groot-Brittannie na de industriele revolutie bracht dit eiland grote economische achterstand. Omgekeerd kan een achterstand stimulerend werken: de micro electronica is niet ontwikkeld door fabrikanten van radiobuizen en transistoren maar door een serie kleine bedrijfjes, waarvan een paar zeer groot zijn geworden.
Veel ondernemingen omschrijven zichzelf als slagvaardig, klantvriendelijk, betrouwbaar, flexibel en dynamisch. Alle reclamebureaus vinden zichzelf creatief, vernieuwend en service gericht. Het is de pijnlijke vraag of de voortreffelijke eigenschappen die wij onszelf toedichten ook zijn terug te vinden in het beeld dat de buitenwacht van ons heeft?
Dat is de enige en juiste naakte waarheid!!